Bogunić over Dodik-zaak: “Geen aanwijzingen voor schending van het strafprocesrecht”

Nieuwsredactie – Sarajevo

De voorzitter van de Hoge Raad voor de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie van Bosnië en Herzegovina (VSTV), Sanin Bogunić, heeft gereageerd op de recente controverse rond Milorad Dodik. Nadat berichten verschenen over vermeende onderhandelingen tussen Dodik en de Bosnische justitie, gevolgd door de opheffing van zijn detentiebevel, groeiden de zorgen over mogelijke politieke beïnvloeding van het rechtssysteem.

Tijdens een persconferentie beantwoordde Bogunić vragen van journalisten over de transparantie van de zaak. Op de vraag of hijzelf of anderen binnen de rechterlijke macht op de hoogte waren van de onderhandelingen, antwoordde hij:

“Dit is niet de eerste keer dat gerechtelijke instellingen gezamenlijk een verklaring afleggen. In het verleden hebben we soortgelijke situaties meegemaakt. Vanuit strafrechtelijk oogpunt is het toe te juichen wanneer een voortvluchtige zichzelf meldt bij de rechterlijke autoriteiten.”

“Geen details ontvangen over Dodik’s overgave”

Bogunić benadrukte dat hij als VSTV-voorzitter geen zeggenschap heeft over operationele beslissingen binnen rechtbanken en parketten. Volgens hem is het dan ook niet vreemd dat hij niet op de hoogte was van de details rond Dodik’s overgave:

“Ongeveer een maand geleden bereikte mij de informatie dat de arrestatie van de heer Dodik aanstaande was. Maar ik beschikte niet over gegevens over hoe en onder welke voorwaarden hij zich zou melden, of hoe de zitting zou worden georganiseerd.”

Hij voegde toe dat het niet ongebruikelijk is dat het Openbaar Ministerie onderhandelt over de voorwaarden waaronder iemand zich meldt, zeker in gevallen waarin een persoon niet vrijwillig gehoor geeft aan gerechtelijke oproepen:

“Ik ben vijftien jaar aanklager geweest. Dit is een gebruikelijke praktijk. Het Openbaar Ministerie neemt zulke beslissingen zelfstandig en draagt volledige verantwoordelijkheid voor het proces.”

“Geen reden om te denken aan juridische overtredingen”

Bogunić verklaarde dat hij begin februari, toen de crisis rondom Dodik begon, werd geïnformeerd door de hoofdaanklager en diens plaatsvervanger. Ook werd er een gezamenlijke vergadering gehouden met de voorzitter van het staatsgerechtshof.

“De VSTV opereert volledig onafhankelijk. We zullen uiteraard nagaan of de verantwoordelijke rechters en aanklagers de wet- en regelgeving correct hebben toegepast. Tot op heden wijst niets erop dat het Wetboek van Strafvordering is geschonden,” aldus Bogunić.

Zijn verklaring komt op een moment dat de publieke opinie zich afvraagt of justitie in de zaak-Dodik onder politieke druk is komen te staan en of er sprake is van selectieve rechtsgang.